Leaderboard
728x15

Aalscholver

Large Rectangle




Een sigaar met vleugels - dat is typisch een aalscholver in vlucht. Het zijn onmiskenbare vogels, mede door de lange snavel met haakpunt. Aalscholvers zijn koloniebroeders. Het menu bestaat uitsluitend uit vis. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden vormt paling slechts een zeer klein deel van het menu. Uit onderzoek is gebleken dat vooral brasem en pos worden gegeten. Commercieel gezien zijn deze vissoorten niet interessant en aalscholvers vormen dus niet of nauwelijks een bron van concurrentie met de binnenvisserij. Door vermeende concurrentie werden aalscholvers verguisd en afgeschilderd als visstropers. Nog altijd zijn aalscholvers niet erg geliefd bij de visvijvers die door hengelsportverenigingen worden onderhouden.
In tegenstelling tot vrijwel alle andere watervogels bevat het verenkleed van aalscholvers slechts zeer weinig vet. Daardoor is het niet waterdicht en wordt een duikende aalscholver drijfnat. Na een duik moet een aalscholver dus drogen. Dit doen ze door met half gespreide vleugels op een paal of in een boom te gaan zitten; een zeer markante houding.






Aalscholvers broeden in kolonies, in het binnenland in moerasbossen maar aan de kust ook in duinen, kwelders en op eilanden. Door de uitwerpselen van de aalscholvers, rijk aan bijtende zuren, sterft de vegetatie in de broedgebieden meestal een zekere dood, evenals de bomen waarin de nesten worden gemaakt. In de kolonie hangt een sterke vis- en guanolucht. Het voedsel wordt gezocht in diep en ondiepe, voedselrijke wateren.






Zit vaak met de vleugels gespreid. Tijdens de vlucht valt het op dat de vleugels bijna in het midden zitten; een sigaar met vleugels. Zwemmend in het water valt meestal alleen de kop en de lange nek op. Het lichaam ligt diep in het water.

Duikt naar vis. Na het vissen spreiden ze op de kant van de oever of in een boom hun vleugels, om deze te laten drogen

Zwart verenkleed met groene en blauwe weerschijn. De huid om de snavelbasis is geel. In het broedseizoen valt de witte onderkin, zijkant van de kop en nek, en dijvlek op. In de loop van het voorjaar verliest de aalscholver dit broedkleed






Indien vogels wegtrekken verspreiden ze zich over continentaal Zuid-Europa.

Nederlandse broedvogels blijven in de omgeving van het broedgebied, maar de meeste trekken weg naar Frankrijk of Spanje, soms ook naar andere gebieden.
Info: Vogelbescherming Nederland!!















De foto's zijn ook in de lightbox te bekijken, klik hiervoor op de eerste foto!! 


Banner